Begrijpend lezen zoekt onderdak

Wat is de beste plaats voor begrijpend lezen in het curriculum van de basisschool?

Door Jos Cöp.

Het heeft alles van een drama. Hopeloos zoekt een vakgebied naar een nieuwe plaats in het curriculum van de basisschool. Wat een verschrikkelijk gevoel moet dat geven. De vaardigheden die je aanleert zijn zo’n beetje het allerbelangrijkste dat er op school gebeurt. Maar toch moet je vechten voor onderdak en een plaats in het lesprogramma. En als je pech hebt, word je zelfs verbannen naar de periferie en onderdeel gemaakt van een paar saaie wereldoriënterende thema’s. Gruwelijk, maar het vermeende vakgebied begrijpend lezen overkomt het op dit moment.


Toch komt deze zoektocht niet uit de lucht vallen. Want begrijpend lezen is helemaal geen vakgebied. We hebben in Nederland een rijke historie in het hokjesdenken en zijn leesbegrip los gaan zien van alle andere deelgebieden van het lezen. Met tragische gevolgen, want daarmee suggereer je dat je ook zou kunnen lezen zonder het te begrijpen. Kan iemand mij vertellen wat voor een soort lezen dat is? Het voelt als eten zonder te proeven en je daarbij slechts te concentreren op een technisch perfecte kaakbeweging.

De zoektocht naar een geschikt plekje voor begrijpend lezen in het curriculum moet je uiteraard beginnen met het beantwoorden van de vraag wat het eigenlijk precies is. Oftewel, wat je moet kunnen om een goede begrijpend lezer te zijn. Vele onderzoeken laten ons zien dat zeven zaken hierbij van belang zijn. De zevenslag van leesbegrip dus. Ten eerste moet je gemotiveerd zijn om te lezen. Ben je dat niet, dan wordt actief en diep bezig te zijn met teksten wel een hele lastige opgave. Ten tweede moet je technisch correct, vlot en vloeiend kunnen lezen. Zolang het omzetten van letters en letterclusters naar klanken en klankclusters heel veel moeite kost, is het werkgeheugen namelijk onvoldoende beschikbaar voor denken en begrijpen tijdens het lezen. Ten derde moet je beschikken over voldoende voorkennis en woordkennis. Als niet minstens negentig procent van de woorden en begrippen bekend is, is er onvoldoende tekstdekking om te kunnen volgen waar de tekst over gaat. Ten vierde moet je inzicht hebben in de (op)bouw van teksten, zinnen en woorden. Dat geeft je namelijk de mogelijkheid om snel lijn te zien in geschreven taal. En dat ook nog eens bij verschillende tekstsoorten en genres. Ten vijfde is het belangrijk om kritisch te kunnen lezen en de doelen en prestaties van schrijvers goed in te kunnen schatten. Kunnen reflecteren op en evalueren van een schrijfproduct dus. Ten zesde is nog van belang dat je beschikt over literaire vaardigheden, die je helpen om op meta-niveau over teksten te kunnen praten. In veel gevallen gericht op het beleven van, inleven in, denken over en dwalen met behulp van de inhoud van de tekst. En ten zevende, als toetje op de leestaart, zijn daar nog de bekende leesstrategieën. Deze gebruik je om je eigen leesgedrag te sturen en te herstellen tijdens het lezen. En om actiever te denken tijdens het lezen, bijvoorbeeld door te voorspellen, vragen te stellen of te visualiseren.

Wat leert ons de zevenslag van leesbegrip? Om te beginnen dat begrijpend lezen enorm breed is en helemaal niet zomaar gekoppeld kan worden aan één vakgebied. Zeker niet aan wereldoriëntatie, want daarvoor zijn de gebruikte tekstsoorten, met name informatieve en verhalende teksten, te beperkt. Natuurlijk is de koppeling aan kennisdoelen een belangrijke, maar veel kinderen hebben meer nodig dan dat. Voor hen is instructie op de verschillende onderdelen van de zevenslag een must. Dus moet er veel uitgelegd en besproken kunnen worden. Die instructiemomenten kun je niet zomaar toevoegen aan een vakgebied dat al zoveel doelen heeft. Voor leerkrachten gaat dat aanvoelen als een auto met meerdere sturen. Met als ultieme vraag waar je je echt op moet richten om de juiste bestemming te bereiken.

Maar hoe dan wel? Kijk naar de aard en de breedte van het niet bestaande vakgebied en stel vast dat de redding zit in het verbinden. Het komt overal terug en wordt toegepast in alle vak- en vormingsgebieden. Veel motiverende en kennisintensieve leeskilometers maken is voor een gedeelte van de kinderen al voldoende. Daar waar dit niet zo is, is ondersteuning in de vorm van goede instructie en feedback noodzakelijk. De beste uitvalsbasis hiervoor is het vakgebied lezen nieuwe stijl. Inderdaad het ontschotte lezen waar alles dat belangrijk is om een goede lezer te worden samenkomt. Om daarna weer de transfer te maken en onderdak te vinden bij alle andere vakken. En samen het verschil te maken.


Jos Cöp is onderwijskundige, expert lees- en taalonderwijs, schoolleider en spreker.