"Al decennialang zit ons onderwijs gevangen in de wurggreep van een verouderd systeem. De doorgeslagen meet-, toets- en controlecultuur is daar een duidelijk symptoom van. Alles moet worden gemeten om aan een opgelegde norm te voldoen, en dat legt een constante druk op iedereen." Het zijn de woorden van hoogleraar Jan Rotmans en ze staan in het prachtige boek 'Omarm de chaos' dat onlangs verscheen.
Normaal gesproken heb ik niet zoveel met verwijzingen naar verouderde systemen die zouden zijn blijven hangen in het industriële tijdperk. Te gemakkelijk komen ze uit in de goed-fout-redenering gekoppeld aan de factor tijd. Lag het maar zo eenvoudig. Maar dit gevoel werd volledig gecompenseerd door de meer dan terechte constatering dat we gevangen zitten in een doorgeslagen controlecultuur gekoppeld aan een vage opgelegde norm. De constante druk op iedereen is het meer dan herkenbare gevolg dat het echte achterhaalde weerspiegelt. Niemand in het onderwijs heeft ook maar enige moeite om voorbeelden van deze druk te noemen.
Ik houd mezelf al een groot aantal jaren bezig met verbetertrajecten op het gebied leesonderwijs. Een vakgebied dat de kroon spant als het gaat om een ratrace gebaseerd op steeds scherpere, misplaatste normen. Het resultaat is pijnlijk zichtbaar. De leesresultaten dalen en al jaren draagt ons land de rode leesmotivatie-lantaarn. Dat heeft alles te maken met doorgeslagen en verkeerd meten.
Centraal daarbij staat de indicator waarmee we leesprestaties van jonge kinderen proberen te duiden: de leessnelheid. De vergelijkingsscore wordt afgeleid van de hoeveelheid woordjes die in drie minuten wordt gelezen. Woorden blaffen zou je het kunnen noemen, want met evenwichtig leesonderwijs heeft het weinig meer te maken. Een zekere leessnelheid is uiteraard belangrijk, maar het enorme accent op 'hoe sneller hoe beter' ondermijnt het echte vloeiend lezen, het leesbegrip en de leesbeleving. Deze grote weeffout is zelfs gestold in de gebruikte terminologie, want we zijn zelfs termen als voortgezet technisch lezen normaal gaan vinden. Alsof lezen leuk kan blijven als je het uitsplitst in allerlei domeinen die afzonderlijk niet motiverend kunnen zijn.
Zoals zo vaak is het signaleren van het probleem meteen ook de kortste weg naar de werkende oplossing. Dat wil zeggen niet de gefragmenteerde resultaatmeting heilig verklaren, maar het samenhangende authentieke lezen. Met niet meer controle dan nodig is. En zeker niet meer binnen een systeem waarin leerlingen, leraren en scholen in de wurggreep worden genomen.
Jos Cöp