Is het vakgebied begrijpend lezen uit onderwijs aan het verdwijnen? Je zou het soms denken. Veel leerkrachten en heel veel leerlingen hebben er gewoon een hekel aan. En beleven het als vaag en weinig zinvol. Da's wel een heel wankele basis voor succes, hoor ik u zeggen. En ook daarin heeft u weer gelijk, want lang niet altijd leidt onderwijs in begrijpend lezen tot meer leesbegrip.
Waar komt dit negatieve geluid vandaan en wat moeten we ermee? Altijd interessant om even in te zoomen en daarbij breder te kijken dan de waan van de dag of de hype die morgen weer overwaait.
Het probleem van het vakgebied begrijpend lezen is niet nieuw. Al decennia lang stoeien we met elkaar over het geven van lessen die als opbrengst moeten hebben dat kinderen er beter in slagen om de betekenis uit teksten te halen.
In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw leidde dat tot het onderscheid tussen technisch en begrijpend lezen, alsof het niet twee kanten van dezelfde medaille zouden zijn. Geen land ter wereld dat zo ver is gegaan is in het uitsplitsen van de domeinen die samen het vakgebied lezen vormen.
De jaren 80 en 90 stonden voor het toevoegen van instructie aan de begrijpend leesles. Het lezen van lange teksten en vervolgens beantwoorden van een nog langere rij vragen, werden niet langer gezien als effectieve didactische werkvormen. Bij rekenen instructie, dan bij begrijpend lezen toch ook! En dus deed het directe instructiemodel z'n intrede in de begrijpend leesles. En zo gingen we leesstrategieën onderwijzen en modelen.
Na 2000 kwam de opmars van de actualiteit. Tijdloze teksten, zeker als ze verhalend waren, verdwenen in veel scholen uit les en maakten plaats voor 'weetteksten' waarin nadrukkelijker de verbinding met de actuele belevingswereld van kinderen werd gezocht. Inmiddels zijn er heel veel scholen die een van de aanpakken gebruiken waarbij dit het geval is.
Maar er is ook een constante. En wel een heel belangrijke. Nergens blijkt uit dat we door de bovenstaande inspanningen onomwonden vast kunnen stellen dat leerlingen leesteksten beter zijn gaan snappen. Dit terwijl we er toch al jaren nogal wat leertijd aan besteden. En dat is natuurlijk zorgelijk. Wat is er aan de hand? En wat is er aan te doen? Tijd voor een discussie. Als de onderstaande discussiefilm hiertoe aanleiding geeft, dan hebben de makers, Kees Vernooij en ondergetekende, hun doel bereikt. Uiteraard is het laatste woord aan u.
Met dank aan Kees Vernooij.
Het probleem van het vakgebied begrijpend lezen is niet nieuw. Al decennia lang stoeien we met elkaar over het geven van lessen die als opbrengst moeten hebben dat kinderen er beter in slagen om de betekenis uit teksten te halen.
In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw leidde dat tot het onderscheid tussen technisch en begrijpend lezen, alsof het niet twee kanten van dezelfde medaille zouden zijn. Geen land ter wereld dat zo ver is gegaan is in het uitsplitsen van de domeinen die samen het vakgebied lezen vormen.
De jaren 80 en 90 stonden voor het toevoegen van instructie aan de begrijpend leesles. Het lezen van lange teksten en vervolgens beantwoorden van een nog langere rij vragen, werden niet langer gezien als effectieve didactische werkvormen. Bij rekenen instructie, dan bij begrijpend lezen toch ook! En dus deed het directe instructiemodel z'n intrede in de begrijpend leesles. En zo gingen we leesstrategieën onderwijzen en modelen.
Na 2000 kwam de opmars van de actualiteit. Tijdloze teksten, zeker als ze verhalend waren, verdwenen in veel scholen uit les en maakten plaats voor 'weetteksten' waarin nadrukkelijker de verbinding met de actuele belevingswereld van kinderen werd gezocht. Inmiddels zijn er heel veel scholen die een van de aanpakken gebruiken waarbij dit het geval is.
Maar er is ook een constante. En wel een heel belangrijke. Nergens blijkt uit dat we door de bovenstaande inspanningen onomwonden vast kunnen stellen dat leerlingen leesteksten beter zijn gaan snappen. Dit terwijl we er toch al jaren nogal wat leertijd aan besteden. En dat is natuurlijk zorgelijk. Wat is er aan de hand? En wat is er aan te doen? Tijd voor een discussie. Als de onderstaande discussiefilm hiertoe aanleiding geeft, dan hebben de makers, Kees Vernooij en ondergetekende, hun doel bereikt. Uiteraard is het laatste woord aan u.
Met dank aan Kees Vernooij.