Ja, beslist. Al zal het nog wel even duren voor het een feit is.
We hebben er even op moeten wachten, maar het komt er nu toch echt aan: het digitale schoolbord. Weg krijt, weg borstel, weg stof, weg stoffig imago. Twintig jaar ict-vernieuwing in het onderwijs zullen verbleken bij wat het digitaal schoolbord aan toegevoegde waarde kan gaan brengen. Dat was overigens ook niet zo moeilijk, want de introductie van de personal computers in het onderwijs was en is nog steeds een moeizame zaak. Meer dan een computertje of drie zie je zelden in de gemiddelde basisschoolklas. Eindelijk gaat de techniek zich aanpassen aan de praktijk. De techniek vertelt de leerkracht niet langer dat de klas anders georganiseerd moet worden, maar gaat aansluiten bij de alledaagse werkelijkheid in de klas. Of anders gezegd: inidvidualiseren is niet meer het uitgangspunt en interactief klassikaal onderwijs mag weer.
Toch zit er ook een behoorlijk gevaar aan de huidige ontwikkelingen inzake het digitale schoolbord. Veel inspanningen om in iedere klas een dergelijk bord te plaatsen, gaan namelijk uit van een historisch achterhaald uitgangspunt, namelijk dat de leerkracht zijn lessen wel bij elkaar zal gaan grabbelen. Al surfend op het internet bijvoorbeeld.
De afgelopen decennia is aangetoond dat deze manier van construeren van onderwijs enorme beperkingen heeft. Het kost onverantwoord veel tijd en vraagt om topleerkrachten op alle fronten. Dat moeten we dus niet willen. Niet voor niets wordt 85 procent van de lessen in het basisonderwijs aangeboden vanuit een methode. Het wachten is dus op de nieuwe generatie methoden. Methoden voor het digitale schoolbord. Ze zullen er komen en sneller dan iedereen verwacht.
We hebben er even op moeten wachten, maar het komt er nu toch echt aan: het digitale schoolbord. Weg krijt, weg borstel, weg stof, weg stoffig imago. Twintig jaar ict-vernieuwing in het onderwijs zullen verbleken bij wat het digitaal schoolbord aan toegevoegde waarde kan gaan brengen. Dat was overigens ook niet zo moeilijk, want de introductie van de personal computers in het onderwijs was en is nog steeds een moeizame zaak. Meer dan een computertje of drie zie je zelden in de gemiddelde basisschoolklas. Eindelijk gaat de techniek zich aanpassen aan de praktijk. De techniek vertelt de leerkracht niet langer dat de klas anders georganiseerd moet worden, maar gaat aansluiten bij de alledaagse werkelijkheid in de klas. Of anders gezegd: inidvidualiseren is niet meer het uitgangspunt en interactief klassikaal onderwijs mag weer.
Toch zit er ook een behoorlijk gevaar aan de huidige ontwikkelingen inzake het digitale schoolbord. Veel inspanningen om in iedere klas een dergelijk bord te plaatsen, gaan namelijk uit van een historisch achterhaald uitgangspunt, namelijk dat de leerkracht zijn lessen wel bij elkaar zal gaan grabbelen. Al surfend op het internet bijvoorbeeld.
De afgelopen decennia is aangetoond dat deze manier van construeren van onderwijs enorme beperkingen heeft. Het kost onverantwoord veel tijd en vraagt om topleerkrachten op alle fronten. Dat moeten we dus niet willen. Niet voor niets wordt 85 procent van de lessen in het basisonderwijs aangeboden vanuit een methode. Het wachten is dus op de nieuwe generatie methoden. Methoden voor het digitale schoolbord. Ze zullen er komen en sneller dan iedereen verwacht.